Online vragenuur over de nieuwe strategie voor de aanpak van tekorten in de regio drukbezocht

Op dinsdag 7 maart vond een online vragenuur plaats over de nieuwe strategie voor de aanpak van personeelstekorten met het inrichten van RATO’s, de Regio’s voor de Arbeidsmarkt van de Toekomst van het Onderwijs. De sessie werd georganiseerd door het Arbeidsmarktplatform PO en Voion in samenwerking met het ministerie van OCW. Ruim 80 deelnemers uit alle onderwijssectoren namen deel, waarbij door het ministerie van OCW uitleg werd gegeven over de aanleiding voor deze strategie en voorgestelde uitwerking. In vijf aparte break-outsessies werd ingegaan op vragen uit het veld.

Personeelstekorten een groot probleem

De personeelstekorten in het onderwijs vormen een groot probleem en ondanks alle inspanningen dreigt het tekort verder te groeien. Daarom heeft OCW samen met de vak-en beroepsorganisaties, de opleidingen en de raden besloten om de regionale aanpak van het personeelstekort vorm te geven in RATO’s, onderwijsregio’s die worden gevormd door een combinatie van de huidige RAP-regio’s met de SO&P-regio’s (Samen Opleiden & Professionaliseren) (zie: werkplan op hoofdlijnen: Samen voor het beste onderwijs). Bestuurlijk en ambtelijk overleg over de nadere invulling vinden nu plaats.

Krachten bundelen

Omdat een dergelijke nieuwe strategie de nodige vragen oproept in het werkveld, werd op 7 maart het online vragenuur georganiseerd. Ruim 80 deelnemers met vertegenwoordigers van po, vo, mbo en lerarenopleidingen schreven zich in voor de online sessie. Een gevarieerde groep van RAP-projectleiders, bestuurders, vertegenwoordigers van lerarenopleidingen en HR-medewerkers. Yvonne Gielen, senior beleidsmedewerker van OCW gaf ter introductie een presentatie over het doel, het tijdspad en de structuur van de gezamenlijke inspanning van de beroepsgroep, de schoolbesturen, mbo-instellingen, de lerarenopleidingen en OCW zoals beschreven in het werkplan. Yvonne Gielen: “Voldoende en blijvend goed opgeleid personeel is voor alle sectoren in het onderwijs van groot belang. Met de inrichting van de RATO’s willen we de krachten bundelen en de tekorten aanpakken door regionaal nog beter samen te werken.”

Tijdspad

De komende weken worden de kaders en criteria voor de regionale samenwerking nader bepaald en een (beperkt) aantal regio’s als voorlopers geselecteerd. In principe kan elke regio zich aanmelden. Yvonne Gielen: “Met de groep voorlopers willen we de werking en vormgeving van de RATO’s alvast verkennen: waar loop je tegenaan met de indeling van de regio, wat is het ideale plaatje voor jouw regio en welke ondersteuning is er nodig? Tevens wordt van de regio’s verwacht dat zij RATO’s vormen, met ondersteuning van de Realisatie Eenheid.” Enkele deelnemers geven aan dat er diverse data de ronde doen, wat is nu het exacte tijdspad? Gielen: “De huidige subsidieregeling van de RAP-regio’s loopt tot en met 31 juli 2023 met een uitloop tot en met december 2023 voor partijen die dat wensen. Op dit moment is OCW druk bezig met de mogelijkheid om de RAP-regeling te verlengen. Hierbij is het streven om te komen tot een zo eenvoudig mogelijke aanvraagprocedure. Het is de bedoeling dat de RAP-regio’s zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen over het vervolg en wijze waarop middelen kunnen worden aangevraagd.”

Samenstellen van regio’s

De meeste vragen die in de diverse deelsessies werden gesteld, gingen over de vormgeving van de RATO’s. Aangegeven is dat een RATO een geografische regio is waarin RAP en SO&P zijn geïntegreerd. In het werkplan is opgenomen dat een RATO nu nog sectoraal kan worden ingericht. Bij voorkeur zien we een RATO over de sectoren heen; dus een onderwijsregio waarin po, vo en mbo zijn geïntegreerd inclusief de hbo- en wo lerarenopleidingen. De eigen inbreng van de regio is hierin bepalend, het is nu geen harde voorwaarde dat alle sectoren vertegenwoordigd zijn. Natuurlijk moet er rekening worden gehouden met de verschillen per sector en binnen grote regio’s, dat kan aan de bestuurstafels besproken worden. Over de grote regio’s bestaan ook diverse vragen, hoe zit het bijvoorbeeld met de G4 en G5 en hoe kun je het werken met een grote onderwijsregio behapbaar houden? Een deelnemer reageert: “We moeten er wel rekening mee houden dat een te grote regio betekent dat je te veel moet polderen en dat een kleine regio niet voldoende macht heeft.”

Tijdens de sessies werden ook enkele zorgen geuit. Bijvoorbeeld dat er bij de samenstelling van de RATO’s te weinig wordt stilgestaan bij de complexiteit van samenwerkingsverbanden en het risico van een extra bestuurslaag, waar niemand bij gebaat is. OCW zegt dat ze daar bij de planvorming zeker rekening mee houden. Tot slot geven diverse deelnemers aan dat ze vrezen voor een gat tussen de RAP en de RATO’s. Yvonne Gielen: “De opbrengsten van de RAP-regio’s worden zeker meegenomen in de nieuwe werkwijze. De samenstelling van de RATO’s is met nadruk geen bezuinigingsmaatregel, maar een stimulans om verder te bundelen en effectiever te zijn in werving, matching, behoud, opleiden en professionalisering van werknemers in alle sectoren van het onderwijs.”